Onderhoud gazon

Regelmatig mesten stimuleert niet alleen de groei, maar ook de vorming van een dichte, gezonde grasmat, die overmatige groei van onkruiden en grove grassoorten voorkomt. Bovendien maakt het veelvuldig maaien en afvoeren het nodig om tijdens de gehele groeiperiode voedingsstoffen toe te dienen. Zo halverwege het voorjaar wordt, als de bodem vochtig is en het gras zelf droog is, een volledige meststof volgens de gebruiksaanwijzing opgebracht. Belangrijk daarbij is dat de meststof regelmatig over het gazon verspreid wordt, zodat het gras niet verbrandt en een gelijkmatige groei van het gras wordt gestimuleerd. Nog maar weinig toegepast, maar wel geschikt, is de poedervormige mest die voor het strooien met zand vermengd wordt in de verhouding van 1 kg meststof op 4-8 kg zand. Ongeveer de helft van dit mengsel wordt gelijkmatig in de lengterichting van het gazon gestrooid, de rest in de breedte.

Korrels zijn gemakkelijker op te brengen; voor echt grote terreinen is een strooiwagen daarvoor onontbeerlijk. Bij het strooien met de hand wordt het oppervlak eerst met behulp van paaltjes en draad of met bamboestokjes in vierkante meters verdeeld. Gebruik van deze meststoffen precies zoveel als nodig is zodat het milieu niet extra belast wordt.
Vloeibare meststoffen verdeelt men met een grote gieter met sproeikop. Let erop dat een plek niet tweemaal besproeid wordt waardoor het gras zou kunnen verbranden. Ook na het strooien van korrelmest moet direct worden gesproeid om beschadiging van het gras te voorkomen en de werkzame stoffen zo snel mogelijk opgenomen kunnen worden.
Stikstofhoudende meststoffen mogen vanaf het eind van de zomer niet meer gebruikt worden. Alleen op een sterk verdichte bodem of na een extreme droogteperiode mag er nog een keer in de herfst gemest worden. In dergelijke gevallen wordt gemest met een fosfaatrijke, maar stikstofarme meststof die de groei van de wortels stimuleert. Ideaal is een mengsel van 3 kg beendermeel en 1,4 kg kaliumsulfaat, waarvan men 2 eetlepels per vierkante meter opbrengt.

Bodemverbetering

Zware bodems die slecht ontwateren en sterk verdicht zijn, bijvoorbeeld door extreem gebruik, worden in het begin van de herfst door beluchting losgemaakt, een maatregel die tegelijkertijd de wortelgroei stimuleert. Voor kleinere oppervlakken en bij een lichtere bodem gebruikt men hiervoor een normale spitvork, die steeds op 10 cm afstand de grond wordt ingestoken. Daarbij mag de vork de zode niet opwippen waardoor de grasmat zou scheuren.
Eenvoudiger in het gebruik en voor alle bodemtypen bruikbaar zijn de gazonbeluchters. In plaats van tanden hebben deze apparaten holle buizen waar doorheen de opgenomen grond aan de bovenkant eruit geperst wordt. Deze staafjes aarde worden aan het eind weggeveegd.
Om de bodem te verbeteren kan men met een hark zand of compost in de gaten harken. Als deze behandeling ieder jaar wordt uitgevoerd, ontstaat er een bodem die steeds beter vocht vasthoudt. Een ideale dressing om de kwaliteit van de bodem te verbeteren wordt gemaakt van afwisselende lagen van lemige aarde (15 cm) en dikke, goed verteerde stalmest. Laat het mengsel minstens een jaar rusten, zeef het daarna en gebruik het voor lichte, zandige bodems. Voor zware kleibodems wordt er extra zand doorheen gemengd. Gebruik ongeveer een halve emmer, overdrijf het niet.

Harken en vegen

Voor men in het voorjaar de eerste maal gaat maaien, wordt het gras met een metalen grashark aangeharkt en van alle ongerechtigheden ontdaan. Eventuele molshopen worden met een schop weggehaald en geëgaliseerd. Voorkom dat mos verspreid wordt over het gazon.

Vanaf het eind van het voorjaar tot in de zomer wordt het gazon voor het maaien af en toe met een takkenbezem aangeveegd. Hierdoor worden wormenhoopjes verwijderd, regendruppels van de bladeren afgeveegd en neergeslagen grassen en stengels van onkruiden overeind gezet zodat u ze met de hand kunt verwijderen. In de eerste helft van de herfst wordt het mos door zorgvuldig en stevig harken uit het gazon los gemaakt. Aansluitend moet het met een hark volledig verwijderd worden. In de herfst wordt daarnaast minstens eenmaal per week het afgevallen blad bij elkaar geharkt.

Net gelegde graszoden

Bij al dit onderhoud aan een grasmat is natuurlijk wel belangrijk dat je pas onderhoude kunt doen, als de graszoden enkele weken liggen. En dus pas als het gras zich gezet heeft.

Doe je dit te vroeg, loop je de kans dat de graszoden nog niet vast liggen, en het gras dus snel kapot kan gaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *